Rosalie stapte de stallen binnen en ging rechtstreeks naar sultan. Sultan was een grote ruin en zij hield van sultan. Hij was een fijn paard,vooral om mee te galoperen. Dit was haar zoveelste keer hier in deze manege,dat ze er wou blijven wonen. Maar dat ging natuurlijk niet. Ze pakte een snoepje en strekte haar hand zodat sultan het kon opeten. Toen deed ze de stal open en ging ze binnen. "Hoi sultan,watzie je er weer goed uit". Ze praatte tegen hem,precies of ze was tegen een mens bezig. Ze sloeg haar armen rond zijn nek,ze kon er moelijk bij,want ze was maar redelijk klein van gestalte. Haar haar had ze losgelaten en dat vond ze fijn. Sultan briesde in haar haar en duwde met zijn neus tegen haar voorhoofd. Ze keek omhoog en keek in sultans ogen. Wat waren ze prachtig. Toen liet ze hem los en stapte de stal uit. Ze pakte een borstel en ging terug de stal in. Ze begon hem te borstelen en dat vond hij fijn. Toen ze klaar was ,waren haar handen vuil en pakte de manenkam. Ze kamde zijn prachtige manen en zijn staart. Zi,klaar. Hij zag er weer mooi uit. Ze âkte haar spullen bij elkaar en nam afscheid van sultan. Ze liep de stal uit en ging naar de kantine.