Sara had Star snel een bitloos hoofdstel omgedaan en was op zijn rug 'gesprongen'. Ze was er in volle galop vandoor gegaan en had daardoor Kangin bijna omver gereden. Ze had een tijdje geleden een man op een welsh cob hengst gezien. Dat paard leek sprekend op Cobrzarao. Sara was vastbesloten haart cobra terug te vinden. Ze reed door de duinen. Ze had hier ergens een huis zien staan en zou dat gaan vinden. Ze spoorde star aan naar rengalop. Ze liet hem in stap over gaan toen ze het huis zag. Ze sloop door de duinen richting de weide. Een mager welsh cobje stond daar te staan. "Psst" Het paard wiebelde met zijn oren. Nu had ze zijn aandacht. "Cobrzarao." Zei ze zachtjes. Meteen keek de hengst op. Zijn doffe ogen keken haar aan. Een blije hinnik ontsnapte uit zijn keel. "Cobra!" Riep ze iets te hard. Het paard hinnikte luid terug. Op dat moment kwam de man buiten. 'Wat moet je hier?! Laat mijn knol met rust!' Riep de man. "Sorry, Ik ken dit paard. Het is mijn paard geweest en wil hem terug." Zei Sara vastbesloten. De man keek haar woedend aan. 'Deze knol is van mij en wordt binnenkort geslacht! scheer je weg!' riep hij uit. Sara werd woedend en klom over het hek. Ze gaf Cobra een knuffel. "Niemand slacht mijn Cobrazarao!" Riep ze uit. Ze kreeg een mep van de man en alles werd wazig voor haar ogen. Ze hoorde Cobra woedend hinniken en zag hem stijgeren. Toen draaide ze weg. Een uur later werd ze wakker met een bonzend hoofd. Langzaam kroop ze recht. Star keek haar aan met zijn grote kastanjebruine ogen. "Star." Zei ze zachtjes. Ze zag dat het hek openstond. Alles werd haar duidelijk. De man was met Cobra weg gegaan. Ze sprong te snel recht en kreeg daardoor hoofdpijn. "Aauw." Zei ze boos. Ze voelde aan de pijnlijke plek. Ze bloede er.