Zijn gedrag ten opzichte van paarden was nog niet veranderd, maar toch gaf hij geen kik toen hij het halster van Star nam met halstertouw, zijn hoeven uit krabde zoals hij had geleerd, en het handig vastklikte in stilte door de gangen liep met Star aan de hand. Eenmaal op het erf lette hij wel goed op, Star kon schrikken ofzo, maar gelukkig was Hij erg braaf. Robin opende met één hand de poort van de weide en liep met Star naar binnen, draaide zich om, sloot de poort en maakte tenslotte Zijn halster los. Hij gaf Star onwillekeurig een klopje op de hals en zodra de ruin de kans zag, liep hij spelend de weide in. Robin sloot de poort achter zich en keek even naar Star, die zijn benen strekte. Hij glimlachte een klein beetje toen de ruin enkele gekke sprongen maken, maar trok zijn mond al snel weer tot een smalle lijn toen hij verder ging om de volgende paarden te halen. Eén voor eén werd het halster zorgvuldig van hun hoofd gehaald, en hun hoeven proper gemaakt. Telkens zorgde hij ervoor dat er niets gebeurde op het erf en liet ze dan met een klopje op de hals vrij in de weide. En ook telkens verscheen er een glimlach op zijn mond.